“Low Bridge, Everybody Down”
Van Zutphen naar het Erie Canal in de staat New York.
In het Zutphen’s Stedelijk Museum kun je uitgebreid het werk bekijken van Jo Spier (1900-1978). Voor de oorlog de belangrijkste illustrator en cartoonist in Nederland, die vooral bekend werd door zijn tekeningen voor het dagblad de Telegaaf. Een paar jaar voordat hij overleed in 1978 in Santa Fé in de Verenigde Staten, schonk hij zijn nalatenschap aan het museum in zijn geboorteplaats Zutphen.
Jo Spier 1900-1978
Tekening van een parade op de Zaadmarkt in Zutphen rond 1918. Erfgoedcentrum Zutphen
Boekomslag "Kopstukken" geschreven door Godfried Bomans.
Elsevier 1947.
Er is nogal wat te doen geweest over zijn rol in de oorlog. Hij werd door de Nazi’s gearresteerd voor een spotprent van Hitler. Omdat hij van Joodse komaf was werd hij overgebracht naar Westerbork. Maar omdat de Nederlandse NSB leider Mussert een groot fan van hem was, kreeg hij een soort beschermde status, die hem herenigde met zijn vrouw en drie kinderen in Villa Bouchina: de pastorie van de gereformeerde kerk Doetinchem, waar totaal 9 zgn. Mussert Joden leefden. Uiteindelijk werden ze toch naar kamp Theresienstad getransporteerd, waar de familie van 1943 tot de bevrijding door de Russen in 1945 verbleef. Ze hadden de wreedheden van de Nazi’s overleefd, maar na de oorlog bleven er verdachtmakingen richting Spier over mogelijke collaboratie met de bezetter. Hij zou o.a. een rol hebben gespeeld in de totstandkoming van de propagandafilm “Theresienstadt”, waarin werd gesuggereerd dat de Joden daar een prima leven hadden. Omdat hij na de oorlog nog maar weinig opdrachten kreeg van Nederlandse kranten en uitgevers emigreerde de familie Spier in 1951 naar Amerika, waar Jo tijdens zijn leven daar, nog tientallen boeken zou illustreren en waarmee hij opnieuw een succesvolle carrière opbouwde. Vanuit Amerika zou hij overigens nog regelmatig voor Nederlandse uitgevers blijven werken.
Maar voor dit verhaal gaat het eigenlijk meer over zijn zoon Peter (1927- 2017 ) die net als zijn vader heel goed kon tekenen. Hij had na de oorlog de Rijksacademie in Amsterdam gevolgd en nam daarna dienst bij de Marine voor 4 jaar. Eenmaal in Amerika zou hij daar een van de bekendste illustratoren van kinderboeken worden. In Nederland is zijn werk nooit erg bekend geworden, Lemniscaat was hier zijn uitgever. Maar ik herinner me goed dat ik “De koe die in het water viel” eind jaren 70 met plezier aan mijn eigen kinderen heb voorgelezen.
Peter Spier 1927-2017
Omslag van het door Peter Spier ge-illustreerde "De Koe die in het water viel".
Waarom nu mijn hernieuwde belangstelling voor Peter Spier? Hij blijkt de maker te zijn van een prentenboek met de titel “Low Bridge, Everybody Down”. Dat boek is gebaseerd op een liedje, een zeer bekende folksong in Amerika, wat daar door ieder kind wordt gezongen vanaf de 3e klas lagere school. Een soort Amerikaanse “Berend Botje” zeg maar.
I've got a mule and her name is SalFifteen miles on the Erie CanalShe's a good old worker and a good old palFifteen miles on the Erie CanalWe hauled some barges in our dayFilled with lumber, coal and hayWe know every inch of the wayFrom Albany to Bufallo
Low bridge, everybody downLow bridge, we're coming to a townYou'll always know your neighborAnd you'll always know your palIf ya ever navigated on the Erie Canal
Het liedje beschrijft het leven van een muilezel en zijn baas, de voerman van een trekschuit op het Erie kanaal in Amerika. Toen ik zijn tekeningen zag moest ik meteen denken aan mijn eigen poppentheatervoorstelling “Nicolaas Kikker en de Prinses van Canada.” Ook gebaseerd op een geillustreerd kinderboek, in dit geval van Jantien Buisman. Het verhaal van Nicolaas Kikker speelt zich af op en rond een gemotoriseerde trekschuit, maar de motor doet het helaas niet, zodat hij toch getrokken moet worden. Toen ik deze voorstelling maakte, had ik een Engelse kanalenboot in gedachten. Maar nu ik het bestaan ken van het Erie kanaal, wordt het verhaal over de zoektocht naar de Prinses van Canada een stuk minder onwaarschijnlijk, immers het Erie kanaal verbindt ook de Verenigde Staten met Canada. Het Erie Meer vormt de natuurlijke grens met Canada. Vanaf 1825 werd het mogelijk om in een week tijd per trekschuit van New York City, via de Hudson rivier naar Albany en door het Erie kanaal naar het stadje Buffalo te reizen.
Klik hier voor mijn verhaal over "Nicolaas Kikker en de Prinses van Canada"
Het kanaal werd in slechts 8 jaar aangelegd tussen 1817 en 1825 en is 548 kilometer lang en kent 84 sluizen. Het werd gegraven door met name Ierse immigranten en betekende de ontsluiting van de Amerikaanse gebieden ten westen van het Appallachen gebergte. Tot dat moment een bijna ondoenlijke reis over gevaarlijke nauwelijks begaanbare bergpassen. Maar via het nieuw aangelegde kanaal konden de rijkdommen uit dit gebied: steenkool, hout, maar vooral ook de agrarische opbrengsten van deze vruchtbare grond, op een relatief snelle en goedkope manier naar het oosten worden vervoerd. En dan hebben we het vooral over graan. Graan voor de voedselvoorziening van de snel groeiende steden in het oosten van het land, maar ook al snel een van de belangrijkste export producten van Amerika.
Zoals al eerder opgemerkt waren het vooral Ieren die het kanaal hebben uitgegraven. De paupers, werklozen uit de eerste sloppenwijken van New York, die er voor 50 dollarcent per dag werden tewerkgesteld. Overigens voor deze mensen een heel bedrag omdat 50 dollarcent nu omgerekend 10 dollar zou zijn. Terwijl voor veel Ieren in hun thuisland 20 dollar vaak een jaarsalaris was.
Documentaire over het Erie Canal: de ontstaansgeschiedenis en de bouw.
De naar Amerika geemigreerde Ieren waren de slachtoffers van een meedogenloos pachterssysteem waarin de Engelse grootgrondbezitters de Ierse boeren vrijwel van hun opbrengsten beroofden. Ook voor 1800 waren het al Ieren die emigreerden naar Amerika om de armoede in hun thuisland te ontvluchten. Maar, toen rond 1845 als gevolg van een aardappelziekte de ene oogst na de andere mislukte en de boeren de pacht niet meer konden betalen, werden ze gedwongen om hun land te verlaten om plaats te maken voor vrij grazende schapen. Je mocht nog van geluk spreken als de eigenaar van de grond je overtocht betaalde naar Amerika, maar de meeste mensen werden geheel aan hun lot overgelaten. Er stierven tussen 1845 en 1850 1 miljoen Ieren aan hongersnood en andere ziektes als buiktyphus en cholera.
Ironisch genoeg werden de emigranten vaak vervoerd door dezelfde schepen die eerder hun lading graan naar Engeland hadden gebracht. Graan wat overigens niet bedoeld was om de Ierse bevolking te helpen, maar vanuit Engeland weer over de hele wereld werd gedistribueerd met Engeland rond 1850 als de grootste speler op de wereldgraanhandel. In Engeland zelf werden nog heel lang de Engelse boeren beschermd door allerlei importbeperkingen.
Het liedje “Low Bridge, Everybody Down” heeft nooit geklonken op het Erie kanaal. Het werd geschreven in 1903 door ene Thomas Allen, en het werd pas echt bekend door het uitbrengen van verschillende uitvoeringen op grammofoonplaten. Het werd na de 2e wereldoorlog opnieuw ontdekt door Pete Seeger en is inmiddels een algemeen bekend kinderliedje dat op iedere Amerikaanse basisschool wordt gezongen. Nog niet zo lang geleden op de plaat gezet en live uitgevoerd door Bruce Springsteen.
Zie ook mijn verhaal over het lied "Wayfaring Stranger". Hierin wordt beschreven hoe de Ierse, Schotse en Ulster cultuur zijn verweven en welke invloed dit heeft gehad op de traditionele Amerikaanse (folk) muziek.
Maak jouw eigen website met JouwWeb